Fotokaarten - Spraakstimulering met 4 scenes

Oefen taal en leer correcte zinnen maken.

Laat je kind de kaarten in de juiste volgorde leggen zodat je ziet hoe het verhaaltje loopt.
Vervolgens moet je kind de juiste zin formuleren om te beschrijven wat er op de foto gebeurt.

Er staat geen tekst bij de foto.

Voorbeeld:
"De moeder steekt de kaarsjes op de taart aan"
"Het meisje blaast de kaarsjes uit"
"De moeder snijdt de taart in stukken"
"De kinderen eten de taart op"

Voor volwassenen is het makkelijk om in de juiste volgorde te denken, maar voor kinderen kan het een uitdaging zijn. Je kunt de taart niet opeten voordat deze gesneden is en daarom moeten de foto's in logische volgorde worden geplaatst.

Je kunt bij elke foto wat vertellen of iets aan je kind vragen:
Wie staan er op de foto, welke kleur kleren dragen ze, eten ze met hun rechter- of linkerhand, welke kleur haar hebben ze, kennen ze elkaar, vinden ze de taart lekker, waar zet de moeder de taart neer?

In totaal 48 kaarten verdeeld over 12 verhalen (elk verhaal bestaat uit 4 kaarten).

Vanaf 4 jaar

Handleiding in het Engels